In de Spotlights: Hanneke Nijs
We genieten nu al een paar jaar van het programma Maestro: het programma waarin acht bekende Nederlanders strijden om de gelijknamige titel. Ze gaan de uitdaging aan om zich in acht weken tijd te ontwikkelen tot dirigent van het Orkest van het Oosten, die ze elke week door een klassiek werk moeten loodsen. Hanneke Nijs, onze docent fagot, is onderdeel van het Orkest van het Oosten en verteld over haar ervaring bij Maestro.

Sinds 2014 speel ik eerste fagot in het Orkest van het Oosten. Sindsdien woon ik in Enschede en geef ik fagotles aan iedereen die bij mij terecht wil; bij Kaliber Kunstenschool, Academia Musica en ArtEZ. Met het Orkest van het Oosten doen we al voor het derde seizoen mee met het programma Maestro, en ik dus ook.
Het is heel erg leuk om in een orkest te spelen, ik kan het iedereen aanraden, zéker als je fagot speelt. De fagot is echt een samenspel instrument. Je kunt er mooie ondersteunende baslijnen op spelen, maar ook gave solo’s en in een orkest kan dat allemaal. Daarnaast is het natuurlijk ook veel gezelliger dan in je eentje spelen, want in het orkest heb ik veel fijne collega’s om me heen.
Een dirigent is heel belangrijk voor een orkest. Hij (of zij) geeft niet alleen maar de maat aan, maar hij interpreteert de muziek en inspireert het orkest. Hij zorgt ervoor dat we met z’n allen op dezelfde ‘golflengte’ komen. Maar een dirigent kan niet álles oplossen, we moeten ook een hoop onderling regelen. En natuurlijk ben je zelf verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van je eigen partij.
Het is dan ook best apart om bij Maestro een dirigent te hebben die eigenlijk geen dirigent is! Normaal gesproken als een dirigent even niet zo duidelijk is, dat kan altijd gebeuren, dan lossen we dat met het orkest zo goed mogelijk samen op. Maar voor Maestro moeten we zo’n fout van de kandidaat juist laten merken! Hiervoor moet je een aantal dingen NIET doen die je normaal gesproken automatisch zou doen, bijvoorbeeld goed naar elkaar kijken en luisteren. Dat gaat helemaal tegen je natuur als musicus in, maar is wel een geinige uitdaging voor een keer. Ook spelen we bij het programma vaak muziek die we goed kennen en met professionele dirigenten hebben uitgevoerd. De Maestro kandidaten doen met dit repertoire soms hele onverwachte dingen, zoals een heel ander tempo nemen dan normaal, of de overgangen op een hele andere manier. Dan moet je loslaten wat je gewend bent, je zo flexibel mogelijk opstellen en proberen daarin mee te gaan.
Ik kan me nog een Mozart symfonie met Waldemar Torenstra herinneren van vorig seizoen. Dat was zo absurd slecht dat het grappig was, ik kon toen bijna niet meer spelen van het lachen. Sowieso lachen we best veel, ik heb ook erg om Stefano moeten lachen dit seizoen. En soms gebeuren er opeens hele mooie dingen, zoals bij de Air van Bach met Monic Hendrickx. Alles klopte aan die uitvoering, er ontstond een soort magische sfeer in de zaal. Dat was voor mij het mooiste moment tot nu toe.
Er zit ook wel een minder leuke kant aan. Het zijn altijd pittige dagen voor het orkest, met lange busreizen naar Haarlem en veel wachten tussendoor. Voor je gevoel heb je een hele dag rondgehangen en dan moet je ’s avonds opeens knallen voor de opname. Dat is wel lastig soms.
Toch is het zeker de moeite waard om muziek te maken. Als je nog twijfelt: kies een instrument dat je mooi vindt en ga ervoor! Het maakt niet uit welk niveau je hebt, muziek maken is voor iedereen een verrijking! En als je er echt niet uitkomt, kun je altijd bij Kaliber eerst een gratis proefles volgen. Voor nu kunnen we eerst nog even genieten van de halve finale op 8 december en de finale op 15 december!